U bent hier: Home Cat. nr. 32 Schildertechniek
Document acties

Schildertechniek

Het schilderij wordt gekenmerkt door een open werkwijze waardoor het schilderproces goed te volgen is. De schilder maakte efficiënt gebruik van zijn tijd en verf door dunne verven te gebruiken, de verven weinig te verdrijven en de doodverf op veel plaatsen zichtbaar te laten. Soms lijkt er zelfs niet eens sprake te zijn van een opbouw in twee fasen - doodverf en opmaak - omdat de schilder in één keer het eindresultaat bereikte, zoals in sommige huidpartijen. Bovendien maakte Jordaens gebruik van contouren om schetsmatige vormen te definiëren zodat deze verder geen uitwerking behoefden, zoals in de putti. De schilder streefde naar een sterk totaaleffect en verloor zich niet in details. Dit komt ook tot uiting in het ongecorrigeerd laten van verfzakkers en nauwelijks wegwerken van repentirs. Soms werden bij een repentir de overbodig geworden verflagen gebruikt voor de nieuwe vorm, zoals in de buik van het kind rechtsonder dat over de groene mantel van de huwelijksgod Hymen is geschilderd en waar de groene kleur dienst doet als koele schaduw. In het groepje vrouwen links in de compositie wist de schilder op ingenieuze wijze van drie figuren vier te maken, door een extra hoofd op de schouder van de linker vrouw te plaatsen en de kleding wat aan te passen.

Jordaens zette de compositie op met bruine verf, waarmee de contouren van de vormen werden aangegeven met details als ogen, neus en mond. In de hoofden van de paarden maakte de schilder ook gebruik van arceringen. Het schilderij is gedoodverfd in transparante bruine verven voor de donkere schaduwen en kleur voor de draperieën. Bij het opmaken werden dekkende verven gebruikt en bleef de verftoets veelal zichtbaar, waarbij de doodverf slechts deels bedekt werd. De mate waarin de penseelstreek in de huid zichtbaar bleef varieerde afhankelijk van het uit te beelden huidtype, jong of oud, man of vrouw, en het belang van de figuur in de voorstelling. Zo is de verf in het gelaat van Fredrik Hendrik (fig. 19) veel meer verdreven dan in de allegorische figuren en zijn de soldaten in de schaduw zeer summier opgemaakt (fig. 4).

cat_nr_32_fig_19 DSCN0978.JPG
fig. 19. Detail met het gelaat van stadhouder Frederik Hendrik.

Jordaens’ manier van schilderen werd bekritiseerd door Gerard de Lairesse die een losse schilderwijze wel hoog in een schilderij wenselijk achtte, maar niet op ooghoogte: ‘Indien nu imand vroeg, of men een stuk van 40 à 50 voeten hoog van de grond tot aan de zolder, over al eveneens moest net uitvoeren? dien antwoord ik neen, maar net en mals zo hoog de hand reykt, lugtiger in de middelspatie, en zo na hoog klimmende allengs lugtiger, met zulk een voorzichtigheid nochtans, dat het bovenste dezelve kracht en malsheid schynd te bezitten, als het onderste. En hoewel men het tegendeel, in dat deftig Schildery van Jordaans, zynde de Triomf-wagen, staande in ’t huis in ’t bos by den Haag, vind; geeft dit echter geen voorbeeld tot navolging: Ook kan men door ’t oog niet gewaar werden of het boven, niet allengs lugtiger en ruwer is: daar en boven, zyn het meêr als leevens-groote beelden.’1   Inderdaad gebruikte Jordaens in het gehele werk losse toetsen, die overigens naar boven toe nog iets losser worden. De Lairesse beschouwde het grote formaat van het schilderij klaarblijkelijk als verzachtende omstandigheid, waardoor een ruwe penseelsteek toch acceptabel was.


- lees verder op de volgende pagina -



[1]

De Lairesse 1707, deel 1, p. 11.

Datum laatste wijziging: 15-05-2015 12:56