Cat. nr. 39

toegeschreven aan Christiaen van Couwenbergh
(Delft 1604 – 1667 Keulen)

Vier vakken met wapentrofeeën met boven de middelste twee trofeeën twee vakken met elkaar vasthoudende handen

Paneel, afmetingen van de twee middelste vakken met trofeeën 319 x 50 cm; de twee vakken met elkaar vasthoudende handen elk 75 x 50 cm (zuidwand, tussen de ramen)


In het lijstje met onderwerpen voor De Oranjezaal Schilders gedestineert in het huis int Bosch staat genoemd: ‘Couwenbergh wapentuygh’. Van Gelder maakte aannemelijk dat met dit wapentuig de vier herauten op de inspringende hoeken van de Oranjezaal worden bedoeld, die elk CB.F gemonogrammeerd zijn (cat. nr. 37 a-d). Van Gelder zag echter over het hoofd dat op de zuidwand tussen de tuindeuren (oorspronkelijk ramen) tegen een gouden achtergrond ook wapentuig is geschilderd. Het betreft hier wapentuig voor ruiters, want er zijn paardenharnassen, stijgbeugels, sporen en een paardenhalster afgebeeld. Gezien de grote stilistische overeenkomsten tussen het wapentuig van de herauten en het wapentuig tussen de ramen, kunnen deze laatstgenoemde panelen ook aan Christiaen van Couwenbergh worden toegeschreven.¹  Door onderzoek aan de herauten is duidelijk geworden dat Van Couwenbergh in de  Oranjezaal zelf heeft gewerkt en daar toen ook deze stukken tussen de ramen moet hebben vervaardigd, aangezien de werken zijn geschilderd op panelen die aan de wand bevestigd zijn.